Begin met het waarom: wat is het doel van uw beleggingen? Zonder helder doel is het lastig een passend plan te maken. Neem de tijd om uw beleggingsdoel(en) zo concreet mogelijk te omschrijven. Wilt u op uw 65e een aanvullend pensioenpotje hebben? Spaart u voor de aankoop van een huis over 10 jaar, of voor de studie van uw kinderen over 15 jaar? Misschien wilt u simpelweg uw vermogen laten groeien voor onbepaalde tijd. Door een doel te stellen, kunt u later beter bepalen hoeveel u moet beleggen en in welke soorten producten.
Maak uw doelen bij voorkeur concreet en meetbaar. Formuleer bijvoorbeeld: “Ik wil over 15 jaar €50.000 aan belegbaar vermogen hebben voor de universitaire studie van mijn kinderen.” Zo’n doel heeft een duidelijk bedrag en een tijdshorizon, waardoor u kunt terugrekenen wat er nodig is om het te halen. In dit voorbeeld zou u bij een gemiddeld rendement van 5% per jaar ongeveer €190 per maand moeten beleggen om €50.000 te bereiken in 15 jaar (ter illustratie). Door uw doelen concreet te maken, kunt u ook makkelijker uw voortgang bijhouden en weet u waarvoor u het doet. Zijn er meerdere doelen? Rangschik ze dan op belangrijkheid en tijd. U kunt voor elk doel een apart deel van uw vermogen reserveren of een andere strategie hanteren.
Zorg er tot slot voor dat uw doel realistisch is. Het is goed om ambitieus te zijn, maar stel doelen die haalbaar zijn gegeven uw financiële situatie. U kunt altijd uw doelen bijstellen naarmate uw situatie verandert, maar begin met een doel dat u motiveert én financieel binnen bereik ligt.
Naast het doel is uw beleggingshorizon cruciaal: dit is de tijdsduur waarvoor u uw geld kunt missen. Met andere woorden, hoe lang wilt of kunt u uw geld laten beleggen voordat u het weer nodig hebt? Uw horizon heeft grote invloed op uw strategie. Over het algemeen geldt: hoe langer de horizon, hoe meer risico u kunt nemen, omdat u meer tijd heeft om eventuele tussentijdse verliezen weer goed te maken. Een langere horizon geeft uw beleggingen ook de tijd om te groeien door het rente-op-rente effect (compounding).
Heeft u een korte horizon (bijvoorbeeld minder dan 3 à 5 jaar) voor een bepaald doel, dan is het verstandig om heel voorzichtig te zijn met beleggen – of het zelfs niet te doen. Geld dat u op korte termijn nodig hebt (bijv. voor een huis binnen twee jaar of als buffer voor een geplande uitgave) kunt u beter op een spaarrekening houden. De reden is dat de beurs op korte termijn flink kan schommelen. U wilt niet gedwongen worden om te verkopen op een slecht moment omdat uw deadline eraan komt. Voor zulke korte termijndoelen is de zekerheid van sparen meestal beter.
Bij een middellange horizon (zeg 5 tot 10 jaar) kunt u overwegen om gematigd te beleggen: een mix van defensievere beleggingen (zoals obligaties) en wat groeigerichte beleggingen (zoals aandelen of fondsen). U heeft enige tijd om schommelingen uit te zitten, maar moet ook rekening houden met de mogelijkheid dat de markt net rond het eind van uw horizon minder gunstig is. Daarom is een gebalanceerde aanpak hier vaak verstandig.
Heeft u een lange horizon (10 jaar of langer, bijvoorbeeld pensioen over 20+ jaar), dan kunt u doorgaans meer risico nemen en vooral voor groeigerichte beleggingen kiezen (zoals aandelen en indexfondsen). Over zo’n lange periode zijn de tijdelijke ups en downs minder relevant; de algemene trend van de markt is over lange termijn historisch groeiend geweest. U kunt tussentijdse dalingen uitzitten en zelfs bijkopen als de koersen laag staan. Let wel, een lange horizon garandeert geen hoog rendement, maar vergroot de kans op een positief resultaat aanzienlijk.
Het verschil dat horizon maakt, ziet u in onderstaand voorbeeld. Stel dat u €50.000 wilt bijeen beleggen (zoals in het vorige onderdeel) en u verwacht een gemiddeld rendement van 5% per jaar. Afhankelijk van hoelang u de tijd heeft, verschilt het benodigde maandbedrag drastisch:
Beleggingshorizon |
Benodigde maandelijkse inleg voor €50.000 (5% rendement) |
---|---|
5 jaar |
~€740 per maand |
10 jaar |
~€320 per maand |
15 jaar |
~€190 per maand |
20 jaar |
~€120 per maand |
Uit het voorbeeld blijkt: hoe langer uw geld kan renderen, hoe minder u zelf hoeft in te leggen om een bepaald doelbedrag te halen. Dit illustreert twee dingen: een lange horizon maakt uw doelen haalbaarder, en omgekeerd betekent een korte horizon dat u óf meer moet inleggen, óf genoegen moet nemen met een lager eindbedrag. In de praktijk hebben veel beleggers meerdere horizonnen. U spaart bijvoorbeeld deels voor middellange termijn (bv. nieuwe auto over 5 jaar) en deels voor de lange termijn (pensioen over 25 jaar). In dat geval kunt u voor elk doel een andere portefeuille of in ieder geval een andere mix van beleggingen aanhouden, passend bij die horizon.
Uw risicoprofiel bepalen betekent inzicht krijgen in hoeveel risico u aankunt én comfortabel vindt. Dit is een cruciale stap: het heeft weinig zin om een portefeuille samen te stellen die niet past bij uw risicoprofiel, want dat leidt later mogelijk tot stress en verkeerde beslissingen. Het risicoprofiel bestaat uit twee aspecten: risicobereidheid en risicodraagkracht. Hoewel deze twee vaak samenlopen, is het belangrijk ze afzonderlijk te bekijken:
Risicobereidheid (psychologisch): Hoeveel risico bent u persoonlijk bereid te nemen? Dit gaat om uw comfortzone. De ene persoon krijgt al zenuwen van een kleine waardedaling, terwijl de ander bij wijze van spreken rustig blijft als de portefeuille tijdelijk 30% in het rood staat. Vraag uzelf af hoe u zou reageren in scenario’s van verlies. Zou u kalm kunnen blijven bij een tussentijdse beurscrash, of zou u in paniek verkopen? Uw antwoord hierop bepaalt of u van nature een eerder defensieve, neutrale of dynamische (offensieve) belegger bent. Er is geen goed of fout – het gaat erom dat u eerlijk bent tegenover uzelf. Als u ’s nachts wakker zou liggen van uw beleggingen, zit u wellicht te hoog in risico.
Risicodraagkracht (financieel): Hoeveel risico kúnt u zich permitteren gegeven uw financiële situatie? Dit is de harde kant: uw inkomen, spaargeld, gezinssituatie en andere verplichtingen bepalen hoeveel verlies u financieel kunt opvangen. Iemand met een hoog stabiel inkomen en een flinke buffer kan meer tegenslagen aan dan iemand die nauwelijks spaargeld heeft en bijvoorbeeld nog een hoge hypotheek of andere lasten. Zelfs als u bereid bent veel risico te nemen, kan een lage draagkracht betekenen dat dat onverstandig is. Aan de andere kant, als u een hoge draagkracht heeft maar een lage bereidheid, moet u ook oppassen: misschien laat u potentieel rendement liggen, maar belangrijker is dat u zich bij uw strategie goed voelt.
In de praktijk zullen veel banken en brokers u een vragenlijst laten invullen om uw risicoprofiel te bepalen. U krijgt dan een profiel toegekend, vaak in categorieën als defensief, neutraal, offensief (soms met gradaties ertussen). Deze indeling helpt om een passende mix van beleggingen te kiezen. Een defensief profiel past bijvoorbeeld bij een portefeuille met relatief veel obligaties en cash en weinig volatiele aandelen, terwijl een offensief profiel juist grotendeels uit aandelen/ETF’s kan bestaan. Onthoud dat uw risicoprofiel ook kan veranderen in de tijd. Naarmate u ouder wordt of uw financiële situatie verandert, kunt u defensiever gaan beleggen (bijvoorbeeld richting pensioenleeftijd), of juist meer risico aandurven als uw vermogen groeit. Neem daarom periodiek uw risicoprofiel eens opnieuw onder de loep.
Voordat u serieus gaat beleggen, moet uw noodfonds op orde zijn en eventuele duur krediet weggewerkt. Een noodfonds is een spaarpotje voor onvoorziene uitgaven of financiële tegenslagen. Denk aan plotselinge medische kosten, autopech of een periode zonder inkomen. U wilt niet gedwongen worden om uw beleggingen op een ongunstig moment te moeten verkopen omdat u cash nodig heeft. De vuistregel is om voldoende opzij te zetten om 3 tot 6 maanden aan vaste uitgaven te kunnen dekken. Dit bedrag houdt u bij voorkeur op een veilige en direct toegankelijke spaarrekening. Pas als deze buffer aanwezig is, kunt u geld dat u daarbovenop over heeft, missen voor belegging op langere termijn.
Kijk ook kritisch naar uw schulden voordat u gaat beleggen. Het heeft meestal weinig zin om te beleggen met geld terwijl u tegelijkertijd hoge rente op schulden betaalt. Los vooral dure consumentenkredieten (zoals kredietkaartschulden of persoonlijke leningen) eerst af. Stel, u betaalt 8% rente op een lening: door af te lossen “verdient” u effectief 8% risicovrij – iets wat u met beleggen niet gegarandeerd haalt. Hypothecaire leningen hebben vaak lagere rentes; die kunt u meenemen in uw financiële planning, maar ook daar geldt dat extra aflossen een zekere besparing oplevert. In geen geval is het raadzaam om te beleggen met geleend geld als uw financiële basis wankelt. Zorg dus dat u alleen belegt met geld dat niet nodig is voor uw dagelijkse leven of het aflossen van verplichtingen. Heeft u uw buffer en schulden op peil, dan kunt u met een gerust hart het bedrag dat u overheeft voor de lange termijn beleggen.
Voordat u begint met beleggen, moet u uw financiële doelen bepalen. Enkele manieren om dit te doen zijn:
Uw persoonlijke financiële situatie en levensdoelen spelen een doorslaggevende rol bij het bepalen van een geschikte beleggingsstrategie. Het is belangrijk om inzicht te krijgen in:
Om uw risicotolerantie te beoordelen en uw beleggingsportefeuille hierop af te stemmen, kunt u het volgende doen:
Passief beleggen biedt voordelen zoals lagere kosten, brede diversificatie en minder handel. Actief beleggen daarentegen kan potentieel hogere rendementen opleveren, maar brengt ook hogere kosten en risico's met zich mee. Het maken van de juiste keuze is afhankelijk van uw tijd, kennis, risicotolerantie en doelstellingen op lange termijn.
Het afstemmen van uw beleggingshorizon op uw financiële doelstellingen vereist planning en consistentie. Het is raadzaam om lange termijn doelstellingen te koppelen aan beleggingen met een hoger groeipotentieel, terwijl kortetermijndoelen beter passen bij meer conservatieve en liquide beleggingen.
Diversificatie van uw beleggingsportefeuille is belangrijk omdat het de blootstelling aan risico's vermindert. U kunt dit effectief implementeren door uw vermogen over verschillende activaklassen, sectoren en regio's te verdelen. Hierdoor zult u minder gevoelig zijn voor negatieve ontwikkelingen in een specifieke markt.